Slaap

Opdracht 1

De slaap bestaat uit fasen, die je een paar keer 's nachts doorloopt. Zoek op welke deze 4 fasen zijn en werk dit uit in onderstaand document. Dit kan je uit je boek halen, maar ook op internet vinden. Vermeld ook je bron waar je de informatie vandaan hebt.  De opdracht mail je naar de docent.

Slaapproblemen

Het is belangrijk om te slapen. Alleen soms is dat niet zo vanzelfsprekend. Er zijn periodes dat iedereen wel eens last heeft van slapeloosheid. Je bent verkouden, je piekert over dingen. Dit is ook niet erg en gaat vanzelf over. 

Lastiger is het als iemand chronische slapeloosheid heeft. Meestal weet iemand niet meer waarom hij of zij slecht slaapt. Meestal is het een combinatie van lichamelijke- (vaak plassen, benauwdheid, chronische pijn etc.), psychosociale-, psychische problematiek en slechte slaapgewoontes. Iemand verwacht bijvoorbeeld weer een nacht slecht te slapen of is bang weer wakker te blijven en het gevolg is dat hij of zij slecht slaapt en deze verwachting/angst uit komt en dus bevestigd wordt. Een vicieuze cirkel. Het is dan belangrijk om de reden van slapeloosheid te achterhalen. 

Behandeling slapeloosheid

Allereerst is het geven van voorlichting over wat een normale slaap is ontzettend belangrijk. Het kan best zo zijn dat de hoeveelheid slaap past bij iemand terwijl hij of zij dacht veel meer te moeten slapen. Daarbij zijn er heel veel adviezen die gegeven kunnen worden aan mensen met slaapproblemen. 

HUISWERK 1 - werken in tweetallen

1. Slaapgedrag verschilt van mens tot mens. Je gaat mensen interviewen over slapen en slaapgedrag. Zet vooraf op papier welke vragen je wilt stellen. Vraag naar de slaapgewoontes en rituelen; lichaamshouding tijdens het slapen, het inslapen, de omgeving, slapen tijdens ziekte. Vraag ook naar de slaapproblemen: wat dit inhoud, wat de gevolgen hiervan zijn, wat de oorzaak is.
2. Interview een klasgenoot. Stel vragen. Luister goed en pas zo nodig je vragen aan. 
3. Interview iemand uit jullie omgeving (een familielid, een collega, iemand op stage).
4. Werk de 2 interviews uit in een verslag van maximaal 1 A4-tje en mail naar de docent.

• Beschrijf het slaapgedrag
• Beschrijf het probleem
• Beschrijf de gevolgen
• Beschrijf de mogelijke oorzaak
• Beschrijf welke tips je deze persoon zou geven om beter te slapen
• Motiveer waarom juist deze tips van belang zijn voor deze persoon.

HUISWERK 1  individueel

Maak een slaapschema van jezelf de komende week. Noteer voor minimaal 2 'doordeweekse' nachten:

1. Welk ritueel je hanteert voor het slapen gaan.
2. Hoe laat je naar bed bent gegaan.
3. Viel je vrij snel in slaap (binnen 15 min) of lag je lang wakker, zo ja hoe lang?
4. Hoe laat werd je wakker?
5. Voelde je je uitgerust?
6. Slaapverstoorders: hoe vaak ben je wakker geweest en waarom dat was.

Gebruik onderstaand schema hiervoor en leg deze met een pen naast je bed. Je kunt ook in de playstore kijken of er een app is die je kunt gebruiken voor deze opdracht. Misschien heb je wel een horloge die jouw slaapritme in kaart brengt. Gebruik deze informatie dan ook in jouw slaapschema. 

Volgende week gaan we de schema's van iedereen naast elkaar leggen. Zo zal je zien dat iedereen een andere slaaproutine heeft. 

Verdieping 

Innovaties 

Er zijn veel producten en andere innovatieve dingen bedacht om beter te kunnen slapen. Neem bijvoorbeeld de Somnox.  Dit is een zachte knuffelrobot. Deze robot kan de menselijke ademhaling nadoen, wat een rustgevend effect heeft. Deze robot registreert ook jouw slaapritme en past zijn ritme hier op aan. Ook kan de robot slaapliedjes spelen en stopt hiermee zodra je slaapt. In de ochtend kan de robot je wekken met een steeds lichter wordende lamp. Deze innovatie won onlangs de Philips Innovation Award 2017.

Zie ook onderstaande film over de Somnox: